Getijconstanten - (Hd. Tidekonstanten, Fr. constantes de marée, Eng. tidalconstants). Ten einde de onregelmatige getij-bronnen te ontleden en zoodoende voor later tijd weder vooruit te kunnen berekenen, is zij door toepassing der harmonische analyse ontbonden in een groot aantal regelmatige bewegingen, welke ieder door een sinusolde kunnen worden voorgesteld. In !t algemeen is een sinusoïde bepaald door de periode, de epoche en de amplitude.
In dit geval wordt de epoche kappagetal (X) genoemd en in graden uitgedrukt, terwijl de amplitude niet van benaming verandert en gewoonlijk in cM. wordt opgegeven; kappagetal en amplitude noemt men de getijconstanten. De getijgolven, voorgesteld door genoemde sinusoïden, denkt men zich veroorzaakt door denkbeeldige hemellichamen en om dus het snelpunt van telling te kunnen bepalen, heeft men nognoodigden doorgangstijd dezer denkbeeldige sterren. Deze doorgangstijd heet het astronomisch argument.