Geonomie - of wiskundige aardrijkskunde. Het woord is door Th. Epstein in analogie met astronomie aan dezen tak van wetenschap gegeven. De zuivere geonomie, gedeeltelijk iets anders dan kosmografie en sterrekunde, dient zich volgens H. Wagner bezig te houden met: 1l)den vorm en de grootte der aarde; 2) het beeld der aarde; 3) de bewegingen der aarde; 4) de „plaats” der aarde in de wereldruimte.
Deze tak der aardrijkskunde veronderstelt de aanwezigheid van veel kennis van astronomische onderwerpen. Daarnaast komen ter sprake: de dichtheid der aarde, de toestand van het inwendige der aarde, de aardwarmte en het aardmagnetisme, welke onderwerpen met den naam geophysica worden bestempeld. Een 3e groep vormen de onderwerpen, de geodesie, de wetenschap van het meten der aarde betreffende, waaraan zich de kartografie aansluit, het voorstellen van de aarde of gedeelten ervan op kaarten, waarop dan weer gemeten kan worden, welke tak als kartometrie bekend staat.
