Gennezaret - Mk. 6 : 53, Mt. 14 : 34, een landschap in Palestina van groote vruchtbaarheid, door bergen tegen den Noordenwind beschermd. Het was gelegen ten N.W. van de daarna genoemde zee van G., ook wel meer genaamd, Lk. 5:1,1 Makk. 11: 67. Vroeger meende men, dat de naam aan den vorm van het meer ontleend was, o. a. op grond van den naam Kinneroth in het O. T., Num. 34 : 11, Joz. 12 : 3. Het meer draagt ook den naam zee van Galilea, Mark. 1 : 16, 7 : 31, Matth. 4 : 18, 5 : 29, Joh. 6 : 1, bovendien van zee van Tiberias Joh. 6 : 1, 21 : 1. De laatste naam is gebleven in het tegenwoordige Bahr Tabaryeh. Rondom heeft Jezus zijn visschers als apostelen vergaderd, zijn belangrijkste werken gedaan en woorden gesproken.
De spiegel ligt ruim 200 M. beneden dien van de Middellandsche zee. Het zoete water bevat veel visch. De natuur is er liefelijk, het landschap schoon, maar plotselinge stormen kunnen het water geweldig beroeren, Mark. 4 : 35—41. Een duidelijke voorstelling van de natuur bij L. Fonck, Moderne Bibelfragen, 1917.
