Generale petitie - begrooting voor het komende dienstjaar, opgemaakt door den Raad van State en in November van het loopende jaar ingediend bij de Staten-Generaal. De Pet. kwam in de plaats der vorstelijke bede. Iedere provincie kon rechtens de petitie weigeren, maar dit recht was veelszins begrensd (b.v. in zake legeronderhoud, bezoldiging van ambtenaren, betaling van interesten van geleende gelden).
Over de grenzen van het recht van weigering rees telkens geschil. Zoo in 1650, toen Holland weigerde zooveel troepen in dienst te houden als de andere provinciën noodig achtten, en niet meer betalen wilde, dan het zelf wenschte te behouden.