Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Geloofsbrieven

betekenis & definitie

Geloofsbrieven - officieele bescheiden, waardoor men zich bij de aanvaarding van sommige ambten moet legitimeeren. Behalve van diplomatieke vertegenwoordigers (lettres de créance) wordt overlegging van g. veelal geëischt van nieuw gekozen leden van vertegenwoordigende lichamen. Zie voor de Staten-Generaal art. 98 Grw., dat bepaalt, dat elke Kamer de g. harer nieuw inkomende leden onderzoekt en de geschillen beslist, welke aangaande die g. of de verkiezing zelve oprijzen, en in verband daarmede artt. 1—5 en artt. 1—4 resp. der Regl. v. orde van 2e en le Kamer. De g. bestaan uit afschriften van proces-verbaal van stemming enz. (zie artt. 118 en 135, benevens artt. 141 en 142 Kieswet). — Zie voor de g. van leden van Prov. staten artt. 10, 15, 70 Prov. wet, voor die van leden van gemeenteraden artt. 12 en 31 —37 Gem.-wet.

< >