Geleidingsvermogen (electrolytisch) - of geleiding van den electrischen stroom onder gelijktijdige ontleding, treedt voornamelijk op bij oplossingen in water van zouten, zuren en basen, doordat deze stoffen in ionen zijn gedissocieerd en het transport der electriciteit gebonden is aan het transport van het ion, dat de electrische lading draagt. Ook bij sommige andere oplosmiddelen en gesmolten zouten, ja zelfs in den schijnbaar vasten toestand bij glas, treedt E. g. op. Het E. g. hangt af van de hoeveelheid ionen per volume-eenheid en van hun bewegelijkheid. De ionenconcentratie is weder afhankelijk van de concentratie der ongedissocieerde stof en van de dissociatie daarvan.
Sterk gedissocieerde stoffen, zooals bijv., oplossingen van sterke (zeer gedissocieerde) zuren, basen en van een aantal zouten, vooral natrium- en kaliumzouten, zullen een groot geleidings ver mogen voor den electrischen stroom bezitten. De ionenbewegelijkheid hangt van de natuur der ionen af en is bovendien een temperatuurfunctie. Van de verschillende ionen is het waterstofion verreweg het snelste. Bij hoogere temperatuur neemt de ionenbeweeglijkheid toe en dus ook het E.g. — Het E.g. kan worden gemeten door den weerstand, dien een kolom van de te onderzoeken stof aan den electrischen stroom biedt. Bij bekende ionen kan deze meting leiden tot de kennis der dissociatie en aldus tot de bepaling van de sterkte van zuren of basen. Zijn de bestanddeelen, die in de oplossing aanwezig kunnen zijn, bekend, dan is het ook mogelijk langs dezen weg de concentratie ervan te bepalen. Hierop berust o.a. de toepassing bij het wateronderzoek en het onderzoek van melk. Ook kan men het punt bepalen, waarbij een oplossing neutraal wordt, daar op dat oogenblik de weerstand vrij sterk verandert door het verdwijnen van het zeer bewegelijke waterstofion. — Daar een gelijkgerichte stroom de producten, die door de electrolyse worden afgescheiden, aan de polen zou ophoopen en daardoor polarisatie teweeg brengen, gebruikt men voor het meten van den weerstand niet gelijkgerichte, doch zwakke wisselstroomen, terwijl men den weerstand in een brug van Wheatstone meet en als nulpuntsinstrument een telephoon toepast.