Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Geitenfokkerij

betekenis & definitie

Geitenfokkerij - Geiten worden vooral gehouden en gefokt door fabrieks- en boerenarbeiders, vooral voor de melk. Zie GEITENMELK. Zij passen verder zoo goed in de arbeidersgezinnen, omdat zij weinig ruimte noodig hebben, geen hooge eischen aan stalling stellen, afval uit de huishouding eten en verder alle planten eten, die als onkruid op en langs de akkers groeien. Zelfs sommige vergiftige planten brengen de geiten in den regel weinig nadeel (zie GEITEN).

Zonder veel kosten kunnen de geiten gevoed worden. Het vleesch, de huid, de mest, alles is te gebruiken. Daarom neemt het aantal geiten toe. Zoo is van 1904 tot 1910 in de Noordelijke provincies het aantal met 200% toegenomen en in de andere provinciën met 5-70%. Het aantal geiten in Nederland bedraagt 218.200 d. i. 104 per 100 H.A. bouw, gras en tuingrond en 36,5 op de 1000 inwoners. In 1904 was het aantal 165.400, zoodat dat voor geheel Nederland met 35% is toegenomen. Als volgt zijn de geiten over de provinciën verdeeld; Groningen 20.400, Friesland 18.500, Drente 31.900, Overijsel 22.000, Gelderland 46.300, Utrecht 7.700, N.-Holland 9.600, Z.-Holland 16.400, Zeeland 2.000, N.-Brabant 42.000, Limburg 1.400 geiten. Veel is in de laatste jaren gedaan om de g. te bevorderen en het geitenras te verbeteren. De geit in Nederland was sterk verwaarloosd; van behoorlijke fokkerij, voeding en verpleging was geen sprake.

Hierdoor is deze geit in den loop der tijden sterk in bouw en productievermogen achteruitgegaan. Men heeft nu door kruising met het witte Saanenras vooral, ook wel door kruising met het Toggenburger ras verbetering trachten te brengen. In de laatste jaren streeft men er ook naar om door doelmatige teelt in eigen ras vooruit te komen. Door al deze pogingen is de fokkerij zeer vooruit gegaan; verbetering van voeding en verpleging is daarmede gepaard gegaan. In alle provinciën zijn van regeeringswege commissiën ter bevordering der geitenfokkerij ingesteld, fokvereenigingen en bokhouderijen zijn opgericht. Bokweiden worden gehouden, de productie der geiten wordt gecontroleerd, keuringen georganiseerd in een woord in vele plaatsen wordt met kracht gestreefd naar verbetering dezer nuttige huisdieren.

< >