Geestmerambacht - of Raaksmaatsboezemgebied in N.-Holland, binnen den ouden West-Frieschen Zeedijk gelegen, is het Westelijkste der vier zg. ambachten, waarin West-Friesland waterstaatkundig verdeeld is. Het is 10.000 H.A. groot en bevat een aantal droogmakerijen, waarvan de Heer Hugowaard, de Berkmeer en de Wogmeer de grootste zijn. De ringslooten om de beide eerstgenoemde en ’t kanaal de Langereis vormen den Raaksmaatsboezem (Z. P. = -0.65 A.P.). Langs de Langereis wordt het overtollige water door het schepradstoomgemaal bij Aartswoud op de Zuiderzee gebracht; maar ook op ’t N.-HolI. kanaal loost het waterschap door de strijkmolens bij Oudorp en Rustenburg, zoodat het ook tot Schermerboezem behoort.
De bodem, meest zand in den polder Geestmerambacht, ten W. van de Heer Hugowaard en in ’t W. deel van deze, zeeklei in de droogmakerijen en overigens veen, wordt gebruikt voor veeteelt met vetweiderij en kaasbereiding en voor tuinbouw (kool van de Langedijk); hier en daar ligt bouwland, dat granen, peulvruchten en aardappelen voortbrengt, tusschen ’t grasland. In de droogmakerijen woont de bevolking meest op afzonderlijke boerderijen. Het oude land telt veel dorpen.