Geertruidenberg - oud stadje aan de Donge, dicht bij de plaats, waar die in de Bergsche Maas uitloopt. Hier moet reeds in de 7e eeuw een kapel gestaan hebben. Later was het langen tijd een der Zuidelijke havenplaatsen van Holland en als vesting van groot belang. Als handelsstad moet het erg geleden hebben van den Sint-Elizabethsvloed; het werd alleen door zijn iets hoogere ligging voor geheele vernietiging gespaard.
Oude verhalen spreken van verwonderlijk groote vangst van zalmen, steuren en elften in vroeger tijden. — Als vesting speelde G. een belangrijke rol in den Spaanschen tijd (zie beneden) en ook in de latere oorlogen tot en met 1813 en ’14. Daarna leefde het voort als klein stadje met eenige industrie van sigaren, bier en leer, later ook van ruiten en schoenen. Het kreeg al spoedig een bootverbinding met Rotterdam, maar moest lang op spoor- en tramwegen wachten. In den nieuwsten tijd heeft het geprofiteerd van de groote waterwerken in de buurt, eerst den nieuwen Maasmond en dan het Wilhelmina-kanaal. Door dit laatste wordt het nu een voorhaven van Tilburg, Breda, enz. — De bevolking bedraagt ongeveer 2600 zielen. Het stadje is vrij ruim en luchtig gebouwd, heeft een aardig marktplein en een vriendelijk stadhuis met mooie pui en fraai balcon.
De oude kerk (nu hervormd) heeft veel geleden in de verschillende belegeringen; nog in 1795 is de zware toren erg beschadigd. Men vindt er het praalgraf van Zoutman. De R.K. hoofdkerk dateert van 1860. — Het beleg van G. 1593 (Tachtigjarige oorlog). Hierbij paste Prins Maurits een circumvallatie-, en tot afweer van aanvallen door ontzettingskorpsen, een contravallatie-linie toe. Toen dan ook de Spaanschen tot ontzet oprukten, vonden dezen de contravallatie-linie, die met zeer veel moeite op den moerassigen bodem aangelegd was, onneembaar en moesten, zonder daartegen iets te kunnen uitrichten, toezien, dat Maurits de vesting nam.