Geëligeerden - het eerste lid der Staten van Utrecht, de „uitgekozenen” uit de bezitters der vroegere geestelijke goederen. In de Middeleeuwen hadden de vijf kapittels van Utrecht het eerste lid der Statenvergadering gevormd; de leden dier kapittels waren kanunniken; ze stamden meest uit bepaalde Utrechtsche geslachten. In den tijd der Hervorming en in de eerste jaren van den opstand werden allengs alle kanunniken Protestant; zij saeculariseerden (verwereldlijkten) hun kanunnikengoed, dat in den loop der jaren reeds zoo goed als particulier bezit der Utrechtsche grooten was geworden; uit deze „Protestantsche kanunniken” worden door het tweede en derde lid der Staten, Ridderschap en Steden, de geëligeerden gekozen.
Na 1618 vereischte deze verkiezing de „approbatie” d. w. z. de goedkeuring van den Stadhouder; bij het regeeringsreglement van 1673 kwam de keuze geheel en al aan den Stadhouder. Dit bleef zoo tot den dood van Willem III in 1702. In 1747, bij de verheffing van Willem IV, werd het Utrechtsche regeeringsreglement weder hersteld.