Gansvormige vogels - Anseriformes, eene orde der vogels. Snavel meestal korter dan de kop, hard, doch bijna geheel met eene zachte huid bekleed, waarin zeer gevoelige huidzintuigen liggen. Aan de randen van boven- en ondersnavel staan kleine, dwarse plaatjes, die tusschen elkaar grijpen en aldus een zeef vormen, waarin kleine plantendeelen en diertjes bij het slobberen van water worden tegengehouden. Drie teenen, door zwemvliezen verbonden, aan de korte pooten; achterteen vrij.
Vleugels zeer verschillend in vorm en grootte. Vederkleed vol en dicht; onder de dekveeren eene dikke laag van donsveeren. Wijfjes kleiner dan de mannetjes en meestal veel minder fraai gekleurd. Broeden aan oevers; de eieren zijn lichtbruin, tot groenachtig gekleurd. Het voedsel bestaat uit kleine waterplanten, waterdiertjes, vischbroed, wormen, kikvorschen, enz. Tot de g. behooren de families der ganzen, zwanen, zwemeenden, duikeenden, roeieenden en zaagbekeenden.