Fontaine (Pierre François Léonard), Fransch bouwmeester, geb. te Pontoise in 1762, gest. te Parijs in 1853, leerling van de Parijsche Ecole des Beaux-Arts, van 1786 tot 1792 te Rome, van 1792 tot 1794 te Londen verblijf houdend, wordt in 1794 te Parijs tegelijk met zijn vriend Percier architect van Napoleon, die toen nog eerste consul was. Voor hem bouwen de trouwe vrienden het kasteel Malmaison, herstellen en voltooien het Louvre en de Tuilerieën en richten hun beste werk, den Arc de Triomphe du Carroussel, een nabootsing van den boog van Septimius Severus te Rome, op (1806-1807). Ook onder Lodewijk XVIII bleef F. rijksarchitect. Voor hem bouwde hij — zonder Percier, die zich terug trok — de Chapelle expiatoire voor Lodewijk XVI in de Rue d’Anjou te Parijs.
Tot in hoogen ouderdom bleef F. den toon aangeven in de Parijsche bouwkunst. Aan hem en Percier dankt men den „Style Empire”, den lieflijken overgang van David’s streng klassicisme naar het „Néo-Grec”, die vooral in meubels tot uiting kwam. Als schitterende voorbeelden van het „Empire” mogen de stoffeeringen van Malmaison en Palais Royal genoemd worden, die bewijzen, dat F. zoowel den Griekschen als den Engelschen geest had ingezogen. — Litteratuur : Hourticq, France (Ars Una) Parijs 1914; Thieme-Becker’s Allg. Lexik. d. bild. Künstler XII.