Flurzwang - (Hd.). Hiervan spreekt men, wanneer de grondeigenaar niet vrij is in de wijze, waarop hij den bodem zal exploiteeren, maar daarbij gebonden is aan allerlei oude gebruiken of bepalingen, die hem b. v. voorschrijven wat hij moet verbouwen, wanneer hij moet planten en oogsten, dat hij zijn grond moet afrasteren en dat hij, b. v. om uitoefening van het recht van stoppelweide mogelijk te maken, de afsluiting na den oogst moet wegnemen, dat het land van tijd tot tijd braak moet liggen, enz. F. kwam oudtijds zeer veel voor, vooral naar het schijnt, voor die gronden, welke oorspronkelijk in communaal bezit aan eene dorpsgemeenschap hebben behoord. De beperkingen in de vrijheid van gebruik van den grond waren de overblijfselen van de medezeggenschap der andere rechthebbenden, maar werden op den duur een belemmering voor den vooruitgang in den landbouw.
Vandaar, dat ze meer en meer verdwenen zijn. — Ook in den jongsten wereldoorlog is de landbouw aan velerlei dwingende bepalingen onderworpen, waarvan echter de strekking is een zoo groot mogelijke productie van het meest noodzakelijke te verzekeren. Met den ouden F. heeft dit niets te maken.