Fiscus - (Lat.). In den Romeinschen keizerstijd duidde men met dit woord, dat eigenlijk geldmandje beteekent, aan de geldmiddelen, waarover de keizer de beschikking had, in tegenstelling met het aerarium, de schatkist, waarover de Senaat had te waken. Bij den wassenden invloed der keizers trok de fiscus ten slotte alle geldmiddelen tot zich. — Thans wordt het woord gebruikt voor de overheid in hare financieele verhouding tot de burgers; in de eerste plaats dus wel als belastingheffer. — Wegens het misbruik, dat de overheid vooral vroeger meermalen (ook thans nog wel eens) van hare machtspositie tegenover het individu maakte, wordt het woord fiscaal dikwijls in een min gunstigen zin gebruikt om de inhaligheid van den belastingheffer aan te duiden. Zie verder FISCALE RECHTEN en ADVOCAAT-FISCAAL.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk