Firdausi - dichternaam van Aboel Kasim Mansoer (de naam is onzeker), den beroemdsten epischen dichter der Perzen, geb. 932 te Tabarān, een voorstad van Toes in Khorasān. Hij is de dichter van het bijna 60.000 dubbelverzen tellende „Koningsboek” (Sjâhnâme), een epische behandeling van de Perzische geschiedenis van de oudste tijden tot op den val van de dynastie der Sasaniden. — De dichter werkte daaraan 35 jaar en voleindigde het in 1010, toen hij het aan Mahmoed, sultan van Ghazna aanbood, maar toen deze daarvoor slechts een gering geldgeschenk gaf, was hij zoo verontwaardigd, dat hij het onmiddellijk aan geringe lieden wegschonk en den sultan in een spotgedicht hoonde. Daardoor was hij genoodzaakt te vluchten en stierf na nog hier en daar te hebben rondgezworven in 1020 in zijne vaderstad.
Het Sjâhnâme is herhaaldelijk uitgegeven en in het Fransch, Engelsch, Duitsch en Italiaansch vertaald. Minder lang, maar toch van eerbiedwaardige lengte, is een romantisch epos getiteld Joesof Zoelaikha, dat de liefde van Jozef en de vrouw van Potiphar bezingt, waarvan het eerste deel is uitgegeven door Ethé en eene Duitsche vertaling is gemaakt door Schlechta Wssehrd, Weenen 1889.