Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Filtreeren

betekenis & definitie

Filtreeren, de bewerking, die dient om niet-opgeloste deelen van de oplossing te scheiden. Tot dat doel gebruikt men, afhankelijk van de oplossing en van de te verwijderen zwevende deelen, verschillende poreuze materialen, nl. zand, doek, filtreerpapier, poreuze steenen, glaswol, asbest. Terwijl men oorspronkelijk van meening was, dat de filtratie plaats had doordat de vloeistof door de poriën, resp. openingen van het filtreermateriaal heen ging, waarbij de zwevende deelen eenvoudig werden teruggehouden, is langzamerhand gebleken, dat het filtreeringsproces van veel meer gecompliceerden aard is.

Bij de filtratie door zand bijv., zooals die bij onze drinkwatervoorziening gebruikelijk is, wordt de meest effectieve filtratie verkregen doordat het zand met een kultuur van lagere organismen bedekt wordt, waardoor een biologisch proces krachtig tot de reiniging van het water medewerkt. Bij alle filtraties van fijner verdeelde stoffen is het niet slechts de verstopping der poriën door het gefiltreerde materiaal, die de filtraties verscherpt (doch ook langzamer maakt), doch tevens heeft door de electrische werking, welke bij de strooming van vloeistoffen door nauwe capillaire openingen plaats heeft, een uitvlokkende werking plaats, die, zoo niet alleen, dan toch grootendeels voor het effect van de filtratie verantwoordelijk is en die maakt, dat de keuze van het filtermateriaal niet slechts naar de fijnte van het neerslag moet worden gedaan. Terwijl voor het filtreeren in een laboratorium filtreerpapier van verschillende soorten, voor de stoffen, die dit materiaal niet aanstasten, het meest gebruikelijk is, en voor sterk zure en alkalische vloeistoffen poreus porcelein, asbest en glaswol worden benut, maakt de techniek, die over een groot filteroppervlak moet beschikken, ook zeer veel gebruik van doeken, die in filterpersen worden uitgespannen.

< >