Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Filioque

betekenis & definitie

Filioque (Lat.: en van den Zoon), uitdrukking toegevoegd in de z.g. Geloofsbelijdenis van Athanasius — zie BELIJDENIS — aan de belijdenis, dat de H. Geest uitgaat van den Vader. De Oostersche kerk verwierp deze toevoeging; de Westersche aanvaardde haar. Het verschil is, dat zonder filioque de leer der Drieeenheid — zie TRINITEIT — niet volledig is uitgedrukt, in zooverre de Vader alleen boven den Zoon en den H. Geest, staat, terwijl het filioque de gelijkheid van V., Z. en H. G. tracht uit te drukken. Dit is in de lijn van Athanasius en Augustinus en in den geest der trinitarische ontwikkeling van het Godsbegrip.

Vgl. de voorstelling in het Ev. van Johannes (b.v. H. 14—16). Dit verschil leidde tot de scheiding van de Oostersche en de Westersche kerk. Het komt ook in de kerkelijke kunst uit, als in de voorstelling der Drieeenheid, de duif (de H. G.) wordt voorgesteld of boven of beneden den gekruisigde (den Zoon).

< >