Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

Ferdinand (van beieren)

betekenis & definitie

Ferdinand (van beieren) - van Beieren, geb. 1577, wordt nain den geest, stand te zijn getreden coadjutorvan zijn oom Ernst, aartsb. van Keulen, in diensaartsb. Keulen (1595) en in diens bisdom Luik(1601). In 1612 wordt hij de opvolger van zijnoom in al diens waardigheden en is hij dusaartsb. van Keulen, bisschop van Luik, Munster,Hildesheim en Paderborn. In !t bisd.

Luiktracht hij zijn macht uit te breiden, maar ge-raakt daardoor in botsing met de bevolking, diegesteund wordt door Frankrijk en de Rep. derVer. Nederlanden, terwijl hij zelf geholpen wordtdoor de keiz. troepen onder Tilly en de Span-jaarden onder van den Berg (1629). Na deverovering van Maastricht door Frederik Hen-drik wordt de toestand voor Ferdinand kritiek.Zijn gezag heeft in de stad Luik niets meer tebeteekenen. Eerst met den vrede van Munsterin 1648, wanneer de troepen van de Rep. deLuikenaars niet meer kunnen steunen, kan F.zijn gezag herstellen. In Aug. 1649 is hij weermeester van de stad. Aan de gilden werd debevoegdheid ontnomen om deel te nemen aan’t bestuur van de stad. F. stierf in 1650.

< >