Farafrâh - oase in de Libysche woestijn, in een inzinking van het plateau. De bodem ligt op 76 M. hoogte en is door steile, ruïnevormige rotswanden van nummuliten-kalk ingesloten. Er zijn talrijke bronnen, waarvan het water gebruikt wordt om de kleine, zorgvuldig afgesloten tuintjes te irrigeeren.
Men teelt vooral dadels, verder olijven, druiven tomaten, vijgen en groenten. De nog geen duizend bewoners zijn met negerbloed vermengde Berbers en staan sterk onder den invloed van de Senoessi-orde.