Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Ewald (heinrich georg august)

betekenis & definitie

Ewald (heinrich georg august) - beroemd Duitsch Oudtestamenticus en Semiticus, geb. te Göttingen 1803, overleden aldaar 1875 (hartkwaal). Eerst niet tot studie bestemd; toch op 19-jar. leeftijd gepromov. tot dr. i. d. letteren, op diss. getit. Die Komposition der Genesis. Het volgend jaar (1824) repetent te Göttingen, ’27 extraord., ’31 ordinarius in de litterar. faculteit.

In 1837 werd hij, als een der „zeven Göttinger” professoren, afgezet wegens hun protest tegen de opheffing van Hannover’s grondwet. 1838 — 48 was hij hoogl. te Tübingen, waar hij vooral tegen F. Chr. Baur polemiseerde. Daarna weer te Göttingen, voor Oost. talen en O. Test. theologie. E. nam ook deel aan den strijd op polit. en kerkel. gebied; als tegenstander v. d. inlijving van Hannover bij Pruisen weigerde hij den eed v. gehoorzaamheid aan d. koning v. Pr.; wegens zijn heftige uitvallen is hij bijna veroordeeld (majesteitsschennis); als afgevaardigde v. de stad Hann. uitte hij in den rijksdag zijn vijandschap tegen Bismarck op krasse manier. — Als akademisch leeraar zeer gevierd en invloedrijk, als schrijver met groot succes werkzaam. Hij heeft geschreven over de Oost. taalwetenschap, Arab. en Sanskr. dichtmaten, Fenic. inscripties, Oost. en Bijbelsche litteratuur; bekend zijn de Gramm. crit. ling. arab. 1831—33; Ausführl.

Lehrb. d. hebr. Sprache, 8e uitg. 1870. Maar vooral op ’t gebied der Bijbelwetenschap heeft hij zich schitterend onderscheiden, zoowel wat de quantiteit als wat de qualiteit zijner voortbrengselen aangaat. Hier kunnen slechts de beroemdste werken genoemd worden: Die Dichter des Alten Bundes, 3de uitg.

1866 — 67; Die Propheten d. A. B., 2de uitg. 1867 — 68, en vooral de Geschichte d. Volkes Isr., 2de uitg. 1851—59. Voorts schreef hij over N. Test. onderwerpen (vrnl. tegen de Tübing. school) over de pseudepigrafen; hij gaf een samenvattend boek Lehre d. Bibel v. Gott (Theol. d. A. u. N. Bundes), 1871 — 76. Behalve een reeks politieke geschriften en zeer vele wetensch. kritieken in de Gött. Gelehrt. Anz., schreef hij vaak in de mede door hem gestichte Zeitschr. f. d. Kunde d. Morgenlandes (een voorlooper v. d. bekende Zeitsch. d. deut. morgenl.

Gesellsch.). — Zijn groote productiviteit schaadde niet aan zijn wetensch. degelijkheid; hij was niet oppervlakkig, had belangstelling voor het exacte detailonderzoek en toch verloor hij de groote lijnen nooit uit ’t oog; hij beheerschte zijn materiaal volkomen en bezat een groot talent van plastische uitdrukking. Zijn krachtig religieus gevoel komt duidelijk tot uiting in zijn schitterende besprekingen van de profet. geschriften, terwijl hij ook de grootsche (relig.) zijde van Israëls geschiedenis levendig schildert. Zijn talent lag niet op ’t terrein der zuiver histor. problemen. Deze begaafde, ernstige, moedige, geestdriftige man was nimmer uitsluitend geleerde; hij stond in ’t volle leven; voor zijn hooge idealen streed hij hartstochtelijk, onwrikbaar, door profetisch vuur bezield.

< >