Eugenese - Onder e. verstaat men de wetenschappelijke onderzoeking van alle faktoren, waardoor het menschelijk ras verbeterd zou kunnen worden en het streven, deze faktoren ook practisch in toepassing te brengen. De leer der e. is eigenlijk ontstaan uit Darwin’s werk omtrent de veredeling van dierrassen. Galton heeft de studie van de beteekenis, die het fokken van dieren heeft, op den mensch overgebracht. Hij sprak eerst van stirpiculture, later van eugenics, een woord, dat thans algemeen voor rasverbetering wordt aangewend.
Galton begreep zeer wel, dat het niet aangaat, menschen op bepaalde eigenschappen te fokken, zooals men dieren doet, dat de methoden geheel andere moeten zijn. De e. experimenteert niet, zegt Pearson, doch zij bestudeert het resultaat van de experimenten, die de menschheid voortdurend op zichzelf toepast ; zij tracht de biologische wetten op te sporen die deze experimenten beheerschen, en daarmede de sociale ontwikkeling; en zij tracht daaruit te besluiten, welke gedragslijnen het welvaren van de raenschen in de hand werken, welke ze belemmeren. Deze gedragslijnen neer te leggen in wetten, besluiten, leiding in de levenswijze enz. is praktische e.
De natuur werkt de verbetering van een ras in zekeren zin in de hand door den vroegtijdigen dood van een groot aantal minderwaardige, ziekelijke individuen. Deze selectieve doodstandaard, zegt Pearson, moet de eugenist aanvullen door een selectieve geboortestandaard; d.w.z door de geboorten uit de besten van de groep of het ras in de hand te werken. Pearson berekent, dat van 1000 mannen er 680 volwassen worden, van 1000 vrouwen 708. Hiervan blijven 20—30% ongehuwd. Van de huwenden heeft slechts 50% méér dan 3 kinderen, 50% minder. De eerste groep, de z.g. sterk vruchtbaren, levert 75% van de geheele nakomelingschap; zoodat 25% d.w.z. één vierde van een geheel levend geslacht zorgt voor het geheele volgende geslacht. Indien nu, zegt Pearson, deze sterk vruchtbare menschen bijzondere kenmerken hebben, dan zullen deze in het volgende geslacht zeer sterk tot uiting komen, het ras blijft niet standvastig.
Nu kent men dergelijke kenmerken wel, zooals een voorbeeld kan aantoonen. Steeds zullen, als varianten, in elke groep van menschen imbecillen voorkomen. Van hen is bekend, dat zij een groote vruchtbaarheid bezitten, dat zij groote betrekking heeft tot criminaliteit. Uit meerdere landen zijn statistieken van dergelijke families bekend. Landloopers, prostitué’s, drankzuchtigen, enz. zijn, ten opzichte der vruchtbaarheid aan imbecillen verwant. Indien men nu, door maatregelen als onderzoek naar de gezondheid voor het huwelijk, vrijwillige kinderbeperking resp. onderdrukking der nakomelingschap, hetzij vrijwillig hetzij gedwongen (Amerika) kan medewerken aan de vermindering van nakomelingschap in eene, voor het ras ongunstige richting, is dit toepassing van de principes der e.
Zie ook RASHYGIENE, SOCIALE ANTHROPOLOGIE.
Litteratuur. Pearson, The groundwork of eugenica; Havelock Ellis, Rassenhygiene und Volksgesundheit.
