Etham - Grensplaats van Egypte; de aangrenzende woestijn heette er naar („w. v. E.”), Ex. 13 : 20; Num. 33 : 6. (Zie UITTOCHT). Er is een Egypt. woord chelem (de klinkers ervan zijn onzeker!) „vesting”; aldus werd waarsch. een grensvesting bij de tegenwoord. landengte v. Suez genoemd. Tijdens het Midden-Rijk en onder Seti I worden zulke citadellen en versterkingen aan de N.-O. grens herhaaldelijk genoemd.
Zie VORSTENMUUR. Niet verwarren met den, in ’t Hebr. geheel anders gespelden, naam Etam van een rots op de W. helling van ’t Judeesch gebergte (Richt. 16 : 8), en van een stadje in Juda (2 Kron. 11 : 6).