Eryngium - Plantengeslacht der Umbelliferen met 200 soorten, waarvan inheemsch zijn E. campestre, kruisdistel, vrij algemeene, vaste plant aan zandige wegen en E. maritimum, de zeedistel, in de duinen. Deze laatste is tweejarig.
De planten onderscheiden zich door de stekelige bladeren, die veel op die van sommige distels gelijken en door de dichte, hoofdjesachtige schermen, waardoor ze meer hebben van een Composiet, dan van een Umbellifeer. De in het wild verzamelde bloemstengels worden in onze badplaatsen veel aangeboden. Als vaste planten voor den siertuin teelt men mooiere soorten, die hooger worden, M. 0.6—0.8, en waarvan de stengels, de bovenste bladeren en de bloemhoofdjes grijsblauw of donker staalblauw gekleurd zijn, o.a. E. alpinum, E. Bourgati, E. giganteum, E. Oliverianum, enz. De eerstgenoemde wordt soms beter als tweejarige plant geteeld. De planten behoeven eene zonnige groeiplaats, doch overigens geen bijzonder zorgen. E. uit Mexico en Z.-Amerika (E. bromeliaefolium, E. eburneum) eischen ’s winters goede dekking.