Ephésus - de voornaamste der 12 Jonische bondsteden in Klein-Azië in het mondingsgebied van den Cayster, reeds in vóór-Griekschen tijd gesticht, zooals de 'opgravingen (zie Hogarth, Excavations at Ephesos, 1908) hebben aange-toond. De oudste Carische stad, waarin ook Leleges en Lydi woonden, op den heuvel van Ajasoluk is omstreeks 1100 v. 0. door de Ioniërs onder Androclus in bezit genomen, heeft daarop achtereenvolgens met het overige Ionië onder de Lydiërs, Perzen, Macedoniërs en Romeinen gestaan en een veel bewogen geschiedenis gehad, maar bleef ook in den Rom. keizertijd de groote handels- en stapelplaats van KI.-Azië en werd later een academiestad. Zij was beroemd als de geboorteplaats van Heraclitus en door den wereldberoemden tempel der Ephesische Ar-témis (Diana), die 356 v. C. door Herostritus in brand gestoken en sedert prachtiger dan ooit hernieuwd is.
Opgravingen werden in E. ge-daan eerst door Engelschen (omstreeks 1870),toen (sedert 1895) door Oostenrijkers. De eerste legden de bouwvallen van den beroemden Arte-mis-tempel bloot, waarbij o. a. prachtig bewerk-te zuilschachten gevonden werden (aan een van deze werkte volgens de overlevering niemand minder dan Skopas; het altaar vóór den tempel was door Praxiteles gemaakt); de tweede be-wezen, dat E. in Hellenistischen en Romeinschen tijd buitengewoon weelderig ingericht geweest is. Men vond een zaal geheel gebouwd van dertien verschillende marmersoorten en constateerde, dat ook het theater, waarin het volk tegen Paulus demonstreerde, schitterend ingericht was.