Eötvös (baron józsef) - 1813-1871, Hong.schrijver, dichter en staatsman. Hij begon zijn letterkundige loopbaan met eenige diepgevoelde kleine gedichten. Door Karthauzi (de Karthuizer) 1840, een roman die in vele talen vertaald is en in ’t Duitsch reeds meer dan een dozijn drukken beleefd heeft, werd hij beroemd. Zijn romans bezitten bijna alle een historischen achtergrond: Karthauzi de Fransche revolutie, Magy-arország 1514ben (Hongarije in 1514) den vreeslijken Hong. boerenopstand onder Dózsa.
In A falu jegyzöje (de dorpsnotaris) hekelt hij meedoogenloos de onrechtvaardigheid van de — ofschoon verouderde toch nog voortbestaande — wanverhouding tusschen de standen, waardoor de adel alle rechten bij weinig plichten, en de burger- en boerenstand bij alle verplichtingen nagenoeg geen rechten had. E. heeft niet alleen in de letterkunde, maar ook in de praktische staatkunde een zeer belanrijke rol gespeeld. Zijn democratisch liberalisme was ongekunsteld en oprecht. In 1848 beleefde hij den triomf zijner ideeën, toen het eerste verantwoordelijke Hong. ministerie tot stand kwam en hem daarin de portefeuille voor onderwijs en eeredienst werd aangeboden. Na de revolutie verliet hij zijn vaderland en voltooide in den vreemde van 1851-1854 zijn beroemdste politieke werk: A XIX század uralkodó eszméinek befolyása az álladalomra (de invloed van de heerschende ideeën der 19de eeuw op den staat).
Na zijn terugkeer werd hij benoemd tot president van de Hong. Academie v. Wetenschappen, en bij het herstel der Hong. grondwet in 1867, werd hij opnieuw minister van onderwijs. Ook als hervormer van het Hong. volksonderwijs heeft hij onsterflijken roem verworven. Men heeft zijn nagedachtenis geëerd door in Budapest een plein naar hem te noemen en daarop een standbeeld van hem op te richten.