Ennaëteris - in de Grieksche chronologie een tijdvak van 8 jaren (daarom ook soms Octaëteris geheeten), zoodat met het 9e jaar een nieuwe Cyclus begon. Het bevatte 2922 dagen, die in 96 gewone en 3 schrikkelmaanden verdeeld waren, en heette een groot jaar. Voor uitvinder ervan gaat Cleostratus van Tenedos door, wiens leeftijd valt tusschen Herodotus en den Attischen sterrenkundige Medon (432 v. C.); de eerste aanleiding ertoe moet echter in oude feestperioden gezocht worden. Onder anderen komt in den Apollodienst een 8-jarige cyclus voor, de Pythische en Olympische spelen waren oorspronkelijk ennaëterisch.
Door verdeeling in twee helften ontstond uit de e. de pentaëteris en hieruit op dezelfde wijze de triëteris. — Onder denzelfden naam werden ook om de negenjaren verscheidene feesten gevierd; als nabootsing van het gevecht van Apollo met den Pythischen draak en een tweetal anderen, die zich wel daarbij aansloten, maar toch meer een Bacchisch karakter verraden. Plutarchus geeft er eene nadere beschrijving van en vertelt onder anderen van den oorsprong v/h laatstgenoemde feest: In een door groote droogte veroorzaakten hongersnood kwam een arm meisje tot den koning en verzocht dringend om brood; de koning wierp haar (zij heette Charila) in toorn zijn schoen in het aangezicht, waarna zij zich van spijt ophing. Nu steeg de nood ten top en Pythia gaf den vragenden ten antwoord: de nood zou zoo lang klimmen totdat het meisje verzoend was. En door groote om de negen jaren herhaalde offers werd de toorn der goden bevredigd.