Endlicher (Stephan Ladislaus), plantkundige, geb. 1805 te Pressburg, studeerde eerst in de theologie, verliet deze studie en werd beambte aan de Hofbibliotheek te Weenen en in 1836 custos aan het Hofkabinet van natuurvoorwerpen. In 1840 promoveerde hij en werd in hetzelfde jaar benoemd tot professor in de plantkunde te Weenen en directeur van den botanischen tuin. Ondanks zijn zeer gering salaris wist hij zich uit eigen middelen een groote bibliotheek en een herbarium aan te schaffen, dat hij later aan den Staat schonk.
De voortdurende uitbreiding zijner verzamelingen en de uitgave van eigen werken en die van anderen op zijn kosten ruïneerden ten slotte hem geheel, waarom hij in 1849 zelfmoord pleegde. Zijn voornaamste werken zijn Genera plantarum (1836—1840, suppl. 1842—1850) en Enchiridion botanicum (1841), die meer om hun groote volledigheid dan om het daarin gevolgde nieuwe plantensysteem beroemd zijn gebleven. E. was een veelzijdig man; behalve op botanisch gebied heeft hij naam gemaakt door een Chineesche grammatica en door publicaties op het gebied van de geschiedenis van het Hongaarsche recht.