Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Emeritus

betekenis & definitie

Emeritus - (Lat.), die uitgediend heeft, vooralgezegd van geestelijken. In de Ned. Herv. Kerk wordt het emeritaat op verzoek verleend door het Prov. kerkbestuur aan hen, die den leeftijd van 65 jaar of de 40-jarigen ambtsvervullingbereikten of wegens ziekte voor hun ambt onge-schikt werden of ten gevolge van maatregelen van bestuur buiten hun toedoen worden ont-slagen.

Het emeritaat is dus iets anders dan het eervol ontslag van iemand, die de bediening neerlegt en over gaat tot een anderen staat des levens. Er gaan stemmen op en er worden po-gingen aangewend om hen, die in dienst van in-of uitwendige zending overgaan als e. te kunnen beschouwen. Vgl. J. Knottenbelt, Kerkelijk wetboek 1914.

< >