Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Emden

betekenis & definitie

Emden - stad in het Pruis, regeeringsdistr.Aurich; zeehaven, ook voor oorlogsschepeningericht, 4 K.M. van de Eems, maar door een diep vaarwater met de rivier verbonden.Hier behoort vooral de Duitsche haringvisscherij thuis. In 1909 brachten 104 loggers op 391 reizen 129.550 kantjes haring of 29 % van de geheele haringvangst. De E. vloot telt 128 schepen met 15 015 Reg. ton bruto (9 877 netto) en 1642 koppen. Zeilschepen zijn daar-onder: 107 met 9437 t. br. en 1440 k. E. is door uitdieping der havens sterk vooruitgegaan:sinds 1900 is het scheepsverkeer bijna vertien-dubbeld.

Ook de voltooiing van het kanaalnet was van groot belang: 53 % van het goederen-verkeer te water komt op rekening van de zee-,4 % op de rivier- en 43 % op de kanaalvaart.Van het zeeverkeer komt op de Duitsche vlag 56 %, Britsche 15, Zweedsche 13 en Noorsche bijna 8. De voornaamste handel is in steenkool:40%; erts 30%; koren 18%; bovendien ijzeren staal, hout, haring, In de toekomst kan de ijzerindustrie van beteekenis worden: in 1909 verrees de eerste hoogoven. In verlerlei opzicht herinnert E. aan Nederlandsche kuststeden,zelfs in taal, zeden en gewoonten, maar vooral door zijn havens en grachten met talrijke brug-gen, zijn renaissancestijl en huizen met trapjes-gevels. In de stad zelf heeft men als dubbele haven de oude Ratsdelft en de Falterndelft.Naar de Eems volgt nu de Nieuwe Binnenhaven,1250 M. lang en 6,5 M. diep, daarop de Buitenh.,1400 M. lang en bij laagwater 7.6 M. diep, door 2 hoofden beveiligd. Er is een Nederl. con-sul.

< >