Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Elfsborgsleen

betekenis & definitie

Elfsborgsleen - (Älfsborglän), prov. in Zuid-Zweden, omvattende het landschap Dalsland en het Z.W. van Westergötland; hoofdstad Wenersborg aan de Z.-punt van het Wenermeer. Oppervl. 12.750 K.M.2; ongev. 300.000 inw. De bodem is op enkele plaatsen zeer vruchtbaar en levert rijke oogsten van rogge en haver; groote uitgestrektheden behooren echter tot de onvruchtbaarste streken van Zweden, bijv. het landschap Svältorna (svälta = hongerlijden) ten O. van Alingsås. Door de sterke emigratie neemt de bevolking slechts weinig toe.

Behalve landbouw is er huisindustrie, vnl. weverij en daarnaast eenig fabriekswezen, vooral langs de Göta Elf, die het land doorstroomt. De rivieren, kanalen en de vele meren leveren een uitgestrekt en rijk vischwater. Behalve de hoofdstad zijn de 4 groote steden: Borås, Amal, Alingsås enUlricehamn. De naam E. is ontleend aan de vesting Elfsbojg, vroeger gelegen aan den mond der Göta Elf, waar thans Göteborg (Gothenburg) ligt.

< >