Elektriciteitsmeter - Toestel voor het meten van hoeveelheden electrische energie, hoofdzakelijk ter bepaling van het door verbruikers verschuldigde bedrag. Daar de energie de som is van de momenteele producten van stroom, spanning en tijd, kan, indien een der twee eerste grootheden constant is, volstaan worden met eenvoudiger meetinstrumenten, die evenwel alleen voor gelijkstroom van toepassing zijn, n.l.: bij constante spanning: ampère-urenmeters, bij constante stroom: volt-urenmeters. Bij de werkelijke electriciteitsmeters onderscheidt men: de slingermeters, 2e motormeters, 3e slingerankermeters, 4e electrochemische meters.
Van de 1e soort komt eigenlijk alleen de Aronmeter inaanmerking. Deze berust op de verandering van den slingertijd van een slinger, waarop, behalve de zwaartekracht ook de onderling aantrekkende kracht van twee spoeltjes (spanningen stroom-spoel) werkt. Geschikt voor alle soorten stroom,zeer nauwkeurig, gecompliceerd en duur.
Bij de motormeters (het eerst geconstrueerd volgens aanwijzing van Elihu Thomson en Hummel) wordt de verbruiksstroom, of een deel daarvan, gebezigd om het magnetisch veld van een motor (zonder ijzer) te vormen; de spannings-stroom gaat door het anker; het daardoor ontstane koppel is evenredig met het product van beide stroomen; het wordt in evenwicht gehouden door een dempkoppel van eene aluminiumschijf tusschen permanente magneten, welk dempkoppel evenredig is met de snelheid van draaiing.
De motormeters, die uitsluitend voor wisselstroom bruikbaar zijn, berusten op het verschijnsel van Ferraris, het z.g.n. draaiveld.
De electrochemische meters berusten op de ontledende werking van den electrischen stroomin eene metaalzoutoplossing; de hoeveelheid neergeslagen metaal aan de negatieve electrode is evenredig met de hoeveelheid electriciteit bij constante spanning dus ook met de hoeveelheid electrische energie. Alleen bruikbaar voor gelijkstroom, weinig meer gebruikt. Als bijzondere electriciteitsmeters moeten genoemd worden de dubbeltariefmeters, gebruikt om b.v. de electrische energie ’s avonds en overdag afzonderlijk te meten en de hoogste verbruik (maximaal-) meters, gebruikt om, behalve de energie,ook het maximaal op een oogenblik afgenomen vermogen te meten.