Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Electroden

betekenis & definitie

Electroden - geleiders, waarvan uit de electri-sche stroom overgaat in eene vloeistof of in een gas. Het woord wordt zoowel bij de electrolyse van vloeistoffen, als ook bij gasontlading ge-bezigd. De e., waar de stroom binnenkomt,heet anode, waar de stroom uittreedt, ka-thode. Bij een element heet de positieve e.anode, de negatieve kathode.

Bij toestellen voor electro-medische toepas-singen bedoelt men met e. de geleidende voor-werpen (platen, handvatten enz.), waarmede de electr. stroom in het menschelijk lichaam wordt geleid.

Het reusachtige verbruik aan kool-electroden, zoowel voor booglampen, als in het bijzonder ook voor de electrothermische industrie, heeft gemaakt, dat de vervaardiging van deze elec-troden zich tot een zeer speciale industrie heeft ontwikkeld. Als uitgangspunt voor het beste ma-teriaal (voor booglicht) dient veelal roet (van organische residu’s verkregen door onvolledige verbranding) of ook bijzondere, zeer koolstofrijkeharde pek-soorten, zooals de petroleum-cokes.Voor materiaal van mindere kwaliteit :anthraciet,bakkende steenkolen of cokes. Deze grondstoffen worden gemalen, vermengd met een bindmiddel(meestal teer) en dan in strengpersen onder hoogen druk geperst. Daarna worden ze uitge-gloeid in speciale ovens, waardoor de weerstand aanzienlijk vermindert, en (voor effect-kolen)geïmpregneerd met geschikte zoutoplossingen.Bijzonder resistent tegen chemische invloeden,en daarom in de industrie zeer gezocht, zijn electroden van Acheson-grafiet (zie KOOLSTOF).

< >