Electrische vonk - Wanneer het potentiaal-verschil tusschen twee naburige geleiders hoog genoeg is, springt tusschen beide eene e. v. over. B.v. kan dit verkregen worden, door het aanleggen van een geleider (ontlaadtang), die de beide bekleedselen van een geladen condensatortot op een kleinen afstand geleidend met elkaarver bindt, in de niet-geleidende ruimte springt dan eene e. v. over, zoodra de afstand der geleiders klein genoeg geworden is. Het voor eene e. v. noodzakelijke potentiaalverschil is sterk afhankelijk van afstand en vorm der geleiders, benevens van den aard der middenstof. Voor bolvormige metalen geleiders van 1 c.m. middellijn en eene tusschenruimte van 1 c.m. moet het potentiaalverschil, noodig voor 1 et overspringeneener e. v., ongeveer 27.000 volt zijn; wanneer de middellijn der bollen of hun onderlinge afstand toeneemt, neemt ook het potentiaalverschil toe.
Veel kleiner is het potentiaalverschil bij puntige geleiders, eveneens, wanneer de lucht verdund is. Evenwel neemt het potentiaalverschil bij voortdurende verdunning niet steeds af, bij een bepaalden druk heeft het eene minimumwaarde (kritische druk), het product van kritischen druk en vonklengte is nagenoeg constant, voor een bepaald gas. In het algemeen is voor verschillende gassen het potentiaalverschil grooter naarmate de vrije weglengte der moleculen van het gas kleiner is. De e. v. is des te zwaarder en lichtsterker, naarmate de hoeveelheid electriciteit, die er in verplaatst wordt, grooter is (gecondenseerde vonk); vandaar, dat de vonken eener electriseermachine zwaarder worden, wanneer de electroden met een condensator zijn verbonden. De kleur der e. v. hangt eenigszins af van het metaal der geleiders, waartusschen ze overspringt, en van het gas, waarin de ontlading plaatsvindt.
Is het gas verdund, dan neemt men in de ontlading, die dan ook een geheel ander aanzien heeft verkregen, verschillende lagen waar (zie GASONTLADING). Ontlaadt een condensator zich door middel van eene e. v., dan bestaat deze doorgaans, wegens het oscillatorische karakter der ontlading (zie CONDENSATORONTLADING) uit een aantal vonken na elkaar; met behulp van een snel draaienden spiegel nam Feddersen dit het eerst waar. De e. v. komt dan tot stand, als de electrische kracht (en daarmede het potentiaalverschil tusschen de electroden) groot genoeg is om zoowel de positieve als de negatieve ionen eene zoodanige snelheid te geven, dat ze bij botsing tegen neutrale gasmoleculen deze kunnen ioni-seeren; de theorie der e. v. is het eerst door J.J. Thomson gegeven. — De energie, die vóór het optreden der e. v. in een condensator was opgehoopt, komt bij de ontlading in verschillende vormen voor den dag, in de eerste plaats wordt er warmte ontwikkeld, dan kunnen er chemische omzettingen plaatsvinden, die energie binden,terwijl eindelijk uitstraling van energie in den vorm van electrische trillingen kan plaats hebben. De bliksem is niets anders dan eene e. v., die overspringt tusschen wolken onderling, of tusschen eene wolk en de aarde; het geraas er van veroorzaakt, al of niet teruggekaatst, den donder.