Eleazar - „God helpt, Gotthilf”, een tijdgenoot van David, woonde te Kirjat-Jearim (zie BAALAT-JUDA), niet ver van Jeruzalem. In ’t huis van E.’s vader, Abinadab, die wellicht tot den stam Jozef behoorde (vgl. JOZUA), heeft de ark een poos gestaan, nadat zij uit Ekron en Bethsemes was weggehaald.
E. en diens zoon fungeerden toen als priesters (bewakers der ark). Vlgs. sommigen is E. dezelfde als Uzza, die door Jahwe’s toorn gedood werd bij het overbrengen der ark, 1 Sam. 6 en 7; 2 Sam. 6.