Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Ela

betekenis & definitie

Ela - Koning van Israël (888-887 v. Chr.), zoon van Baësa. De toestand van het rijk was nog ongunstig: de gevolgen van den oorlog met Aram waren duidelijk voelbaar, wellicht was de N.-grens van het rijk nog niet hersteld, aan de W.-grens (in Filistea) ontstonden woelingen, steeds meer verbittering heerschte onder het volk Israël. Weldra kwam het tot een samenzwering: terwijl het Israëliet. leger onder aanvoering van generaal Omri de Filist. stad Gibbeton belegerde, werd E. dronken, bij een gastmaal ten huize van zijn hofmaarschalk in de hoofdstad Tirza vermoord door zijn „overste der strijdwagens” Simri; daarna werd het geheele geslacht van Baësa uitgeroeid (1 Kon. 16, 8-14).De herinnering aan dezen moord bleef lang levendig in Israël, zie 2 Kon. 9, 31.

< >