Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Egas

betekenis & definitie

Egas - uit Vlaanderen stammende Spaansche bouwmeestersfamilie. De grootvader, Anequin de E., in documenten „egas cueman (of „coman”) genoemd heette eig. Jan v. d. Eycken, werd in het begin der 15e eeuw te Brussel geboren en stierf omstreeks 1494 te Toledo. Hij werkte eerst aan het stadhuis te Leuven, sedert 1458 te Toledo, waar de „Puerta de la Alegria” aan de kathedraal door hem met Juan Guas samen gemaakt is.

Verder zijn van A. de E. nog een paar grafmonumenten in Spanje bewaard. Zijn stijl blijft onvervalscht Gotisch-Vlaamsch. — De zoon van A.: Enrique (Toledo c. 1455—1534(?)) had nog grooteren invloed op de Spaansche bouwkunst, hij werd n.l. de schepper van den „plateresken” stijl (platero = goudsmid), die met Gotische hoofdvormen renaissancedétails combineert. Die renaissance was door een Katalaansch goudsmid, Pedro Diez, uit Rome meegebracht. E. bouwde eerst (1480—1492) het Colegio de Santa Cruz te Valladolid in vrij zuiveren renaissance-stijl, maar toen men dit te weinig pronkerig vond, kwam hij tot den bovengenoemden gemengden stijl, waarin hij een deel der Toledaansche kathedraal en die van Granada optrok. Ook voor vele andere bouwwerken werd zijn raad gevraagd. — Een zoon van E. de E. was waarschijnlijk de Diego, die in 1531 te Toledo werkte aan de Capilla de los Reyes nuevos. — Litteratuur: Dieulafy, Espagne (Ars Una) 1913, passim; Thieme-Becker’s Allg. Lexik. d. bild. Künstler X.

< >