Effectenhandel - Deze heeft vooral op de effectenbeurzen plaats, hoewel meermalen eene bankinstelling tegelijk koop- en verkooporders betreffende hetzelfde fonds zal hebben loopen, in welk geval deze buiten de beurs om worden uitgevoerd. — De effectenhandel wordt grootendeels beheerscht door de reglementen der Amsterdamsche en der Rotterdamsche Vereeniging voor den Effectenhandel. Naast deze twee vereenigingen is in Den Haag gevestigd de Bond voor den Geld- en Effectenhandel in de Provincie. — Deze vereenigingen hebben o.a. voor hare leden vastgesteld de minimum-provisie, welke zij voor hunne bemiddeling in rekening moeten brengen. Deze is volgens art. 63 v. h. Amsterd. regl. ten opzichte van particulieren, die buiten Amsterdam wonen, 1½ 0/00 over het nominaal bedrag van fondsen t. m. 10% genoteerd, 2°/00 over het nominaal bedrag van fondsen, die t. m. 25% noteeren, 3°/00 over het nom. bedrag van fondsen, welke noteeren v. 25 t. m. 105% en 3°/00 over het reëele bedrag bij hooger genoteerde fondsen. Voor inwoners van Amsterdam bedraagt de minimum-prov. resp. 10/00, 1½ 0/00, 20/00 en 20/00. — De effectenhandel kan zijn à contant of op tijd.
Is omtrent den leveringstijd niets bedongen, zoo moet de levering uiterlijk geschieden op den 4den dag na het sluiten der transactie (art. 3 Regl. A’dam.). Zie voor verkoop „op levering”: LEVERING. Zie verder TIJDAFFAIRES, PREMIE-AFFAIRES en PROLONGATIE. Niet van zegelrecht vrijgestelde stukken zijn niet leverbaar, vóórdat zij behoorlijk gezegeld zijn (art. 70 Zegelwet 1917).
