Ebed melek, - („slaaf van den koning”), een hoveling van Ethiop. afkomst, aan ’t hof van Zedekia, koning van Juda (597-586). Toen Jeremia, tijdens het beleg van Jeruzalem, door de hem vijandige rijksgrooten in een put met slijk was geworpen, wendde E. zich te zijnen behoeve tot Zed., en redde hem, op Zed.’s bevel, van een wissen dood. In Jahwe’s naam verkondigde Jeremia aan E. levensbehoud, toen de stad ingenomen zou worden (Jer. 38, 1-13; 39, 15-18).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk