Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Dwergmuskusdier

betekenis & definitie

Dwergmuskusdier, - Tragulus javanicus, Mal. pelandoek, Jav. kantjil, verwant met de herten, maar zonder horens. Vooral bij het mannetje steken de hoektanden van de bovenkaak buiten den bek, evenals dit bij het muskusdier het geval is, vandaar de naam, hoewel het d. geen muskusklieren bezit. Lengte 40 c. M. en een staart van 4 c. M.; uitermate vlugge en sierlijke dieren, maar zeer teer van bouw.

Het leeft eenzaam— alleen in den bronsttijd in paren — op de Groote Soenda-eilanden, het Maleische Schiereiland en in Cochinchina, in het kreupelhout van lage bergen. Wordt in dierentuinen gehouden, maar moet met de grootste zorg behandeld worden.

< >