Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Dunkler

betekenis & definitie

Dunkler - (Frans), geb. 1816 te Namen, overl. 1878 in den Haag. D. dankt zijne beroemdheid aan zijne werkzaamheid als leider van het stafmuziekcorps der Grenadiers en Jagers (later Kon. Milit. Kapel genoemd), dat hij tot eene belangrijke hoogte wist op te voeren, alsook daaraan, dat in zijn tijd de smaak voor symphoniemuziek nog slechts weinig ontwikkeld was, en men de waarde van de harmonie-muziek veel te hoog aansloeg.

Zijne handig samengestelde fantaisieën verschaften hem ook een voorbijgaanden en onverdienden roem als componist. Wat in die bewerkingen oorspronkelijk heeten moet, is van strafbare banaliteit; de handige verwerkingen van twee of meer thema’s tegelijk zijn vaak plagiaat van ’t werk van anderen. Zijne Muette-fant. is gedeeltelijk die van Liszt nageschreven. Als orchestleider was D. iemand van groote beteekenis, die zijn intenties met macht op de spelers wist over te brengen, en die het samenspel tot groote volmaaktheid opvoerde.

< >