Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Dulong en petit (wet van)

betekenis & definitie

Dulong en petit (wet van) - stelt de atoomwarmte van alle vaste elementen gelijk aan een constant getal (in absolute maat ongeveer 6.4), d. w. z. de hoeveelheid warmte, noodig om een aantal grammen van een vast element, gelijk aan het atoomgewicht, één graad in temperatuur te laten stijgen, is voor alle elementen gelijk. Waar op grond van statistisch-mechanische beschouwingen alle atomen eener vaste stof gemiddeld eene constante kinetische energie en (bij invoering van zekere onderstellingen) eene even groote potentiëele energie moeten bezitten (de atomen moet men zich voorstellen als gebonden aan zekere evenwichtsstanden, waaromheen echter allerlei quasi-periodieke bewegingen kunnen worden uitgevoerd), is de juistheid van de wet v. D. en P. gemakkelijk in te zien.

Intusschen mag slechts voor betrekkelijk hooge temperaturen de aequipartitie der energie, zooals die uit de mechanische beschouwingen volgt, als geldig worden aangenomen. Bij lagere temperaturen geldt deze verdeeling niet meer, de verschillende graden van vrijheid verkrijgen gemiddeld minder energie (zie QUANTENTHEORIE). Dientengevolge is ook de soortelijke warmte voor de vaste elementen in het algemeen niet met de wet v. D. en P. in overeenstemming. Vooral bij lagere temperaturen treedt dit duidelijk aan den dag. Bij eene temperatuur van omstreeks 20° C. intusschen geldt de wet voor de meeste elementen, in het bijzonder de metalen; de grootste afwijkingen doen zich voor bij de elementen borium, koolstof (vooral in den vorm van diamant), en silicium. — D. en P. stelden hunne wet in 1818 op.

< >