Dugonics - (András), 1740—1818, Hong. romanschrijver, prof. in de wiskunde te Szeged. Zijn eerste in druk verschenen werken zijn aan de klassieke wereld ontleend: Trója veszedelme (De ondergang v. Troje) en Ulysses; later liet hij zijn romans bij voorkeur spelen op nationalen bodem, in den oertijd der Hongaren, of in den tijd van Arpád. Door zijn roman Etelka (1788) werd hij beroemd; daarna volgden Jólánka en Cserei.
Toen zijne werken zóódanig de gunst van het publiek verwierven, dat eenige ervan gedramatiseerd werden, wekte dit bij D. den lust op zelf tooneelstukken te schrijven, zoo is Etelka Karjelben ontstaan als vervolg op den roman Etelka. Later vertaalde D. vreemde drama’s in het Hong. en gaf aan de helden Hong. namen; zoo zijn b.v. Toldi Miklós, Bátori Mária en Kún László vertalingen van Duitsche ridderdrama’s, waarvan slechts de namen Hongaarsch zijn. Aan de Hong. taal heeft D. groote diensten bewezen door zijne verhongaarsching van wiskunstige termen en bovenal door het bijeenbrengen van een rijken schat van Hong. spreekwoorden en zegswijzen: Magyar példabeszédek és jeles mondások, die na zijn dood in druk verschenen is.