Duchoborzi - (strijders des geestes), eene Russiche sekte, in het begin der 18de eeuw onder de regeering van Peter den Groote te Moskou en elders in Oud-Rusland voor het eerst opgetreden. Zij beschouwen zich als de uitverkorenen, beroepen zich op een inwendig licht en hebben radicaal met de orthodoxe kerk gebroken. Van beeldenvereering willen zij niet weten; kerkgebouwen hebben zij niet, evenmin als een gewijden priesterstand. De gemeente kiest uit haar midden oudsten.
De sacramenten verwerpen zij. Het huwelijk wordt onder hen gesloten door het knielend ontvangen van den zegen der vaders en het elkander trouw beloven in het midden der gemeente. Zij weigeren den eed en den krijgsdienst. Hun theologie is een mengsel van theosophie, mysticisme, protestantisme en rationalisme. Zij behooren allen tot den boerenstand, leiden een stil en eerbaar leven, oefenen strenge tucht onder elkander en zijn zeer bekend met den Bijbel. Hun optreden is een protest tegen den vormendienst der orthodoxe kerk. Kapustin, korporaal der garde, door hen vereerd als eene belichaming van Christus, gaf hun eene bepaalde gemeenteording. Onder Catharina II en Paul I werden zij streng vervolgd, maar Alexander I maakte daaraan een einde en wees hun in 1804 bijzondere woonplaatsen in het gouvernement Taurië aan.
De volksmeening beschuldigde hen, dat er in hunne geheime samenkomsten allerlei gruwelen en gewelddadigheden plaats grepen. Een streng onderzoek werd daarom ingesteld; dit eindigde met de bestraffing hunner gemeente-opzieners, apostelen en engelen genoemd. In 1841 verbande Nicolaas I ongeveer 3000 hunner naar een hoogplateau in Transkaukasië, waar bij het einde der 19de eeuw reeds 11000 Duchoborzi in 18 dorpen woonden. Sedert 1887 is onder hen eene scheuring ontstaan. In 1895 werden zij weer vervolgd wegens weigering van den krijgsdienst, maar in 1898 verlieten velen met toestemming van de Regeering en met steun van graaf Leo Tolstoi hun vaderland.
Zoo gingen door de hulp van Amerikaansche Quakers duizenden naar Canada, waar zij echter wegens hun eigenaardige opvattingen ook in conflict met de overheid kwamen. Zie: Nowitski, Die Duchoborzen, ihre Geschichte und ihre Lehren. 2. Aufl. Kiew, 1882; Hahn, Kaukasische Reisen und Studiën. Leipz. 1896.