Duca (Giacomo en Lodovico del), broeders, Italiaansche beeldhouwers en bronsgieters, beide uit Sicilië — waarschijnlijk Cefaliù — afkomstig. — Van Lodovico is bekend, dat hij tusschen 1551 en 1601 te Rome werkte aan marmeren en bronzen beelden, die andere kunstenaars ontworpen hadden. Hij goot ook het knielende beeld van keizer Maximiliaan te Innsbrück (1584). — Veel belangrijker is Giacomo, de meest begaafde en zelfstandige leerling van Michel Angelo, die in den geest van zijn grooten meester zoowel beeldhouwals bouwkunst verder ontwikkelde naar den „impressionistischen” kant. G. D. werd omstreeks 1520 geb. en 'stierf na 1601. Van 1540 tot 1600 werkte hij te Rome en Messina.
Van zijn scheppingen in de laatstgegenoemde stad hebben de aardbevingen niets overgelaten, te Rome daarentegen zijn vele van zijn werken bewaard. Met Michel Angelo werkte hij aan het grafmonument voor paus Julius II en de Porta Pia; alleen bouwde hij o.a. de meest in het oog vallende stukken van de kerk Santa Maria di Loreto aan het Forum van Traianus, de Villa Mattei, het Palazzo Cornaro (nu dell’ Istituto nazionale delle assicurazioni) bij de Fontana di Trevi. Als beeldhouwer schiep hij het grafmonument voor Elena Savelli (overl. in 1570) in S. Giovanni in Laterano. — Litteratuur: Thieme-Becker’s Allg. Lexik. d. bild. Künstler X 21-23.