Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Drijfwiel

betekenis & definitie

Drijfwiel - Ook wel vliegwiel 1) zwaar wiel, geplaatst op de krukas van een stoomwerktuig of verbrandingsmotor, dat dient als een accumulator van arbeid om den gang van het werktuig gedurende de periode van eene omwenteling zoo regelmatig mogelijk te doen zijn. Gedurende de oogenblikken, dat het werktuig meer arbeid levert dan wordt afgegeven, wordt het meerdere vermogen in het drijfwiel opgehoopt en versnelt dit, terwijl het dit weer afgeeft gedurende de oogenblikken, dat de toestand juist omgekeerd is, waardoor de beweging vertraagd wordt. De graad van regelmatigheid hangt af van de snelheid en het gewicht van het wiel.

Zij wordt bij het ontwerpen van het werktuig bepaald naar den aard van den arbeid, dien het werktuig moet verrichten. Noemt men de gemiddelde snelheid van den ring van het drijfwiel v, de grootste V1 en de kleinste V2, die door de versnelling of vertraging ten gevolge van een overschot van arbeid of een tekort, optreedt, dan is de graad van regelmatigheid = V / ( V1 V2 ) .

Deze waarde is voor werktuigen, die molens, pompen e. d. drijven 15—20, voor weverijen en papierfabrieken 40, voor spinnerijen 50 — 60, voor dynamo’s voor electrisch licht 150. voor het drijven van draaistroomdynamo’s zelfs 300.

2) De wielen, geplaatst op de krukas bij eene locomotief, worden ook drijfwielen genoemd, die op de aan de krukas gekoppelde as of assen de koppelwielen, terwijl die op de voor- of achteras(sen) met loopresp. draagwielen worden aangeduid.

< >