Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Drakensbergen

betekenis & definitie

Drakensbergen, - Draken- of Kathlamba geb., Oostelijk randgebergte van het hoogland van Zuid-Afrika. Het begint in het Z. ongeveer onder 31° Z.Br. en zet zich N.waarts tot ± 23° Z.Br. voort. Aan den W.kant gaat het geleidelijk in de hoogvlakte van het binnenland over, daarentegen heeft het aan den hoogen O.kant, ook in verband met den meerderen neerslag en de grootere erosiekracht der talrijke rivieren, het karakter van een hooggebergte. Het daalt hier in trappen en terrassen af.

Men kan het in twee, geologisch en orographisch verschillende, helften verdeelen, n.l. het gedeelte ten Z. van den Volksrustpas en dat ten N. daarvan. In het Zuidelijk deel van het D., aan de O.grens van Basoeto-land, vindt men de hoogste toppen, n.l. de Giant’s Castle (± 3350 M.), de Champagne Castle en de Mont aux Sources (± 3400 M.); de kam is hoog en weinig ingesneden, de passen zijn moeilijk en zeldzaam. De meeste toppen zijn reusachtige pieken of tafelbergen, met loodrechte rotswanden, z.g. kransen. Benoorden den Mont aux Sources, op de grens tusschen Oranje Vrijstaat en Natal, wordt het gebergte iets lager; de toppen zijn hier ruim 2000 M. hoog; dicht bij de Volksrustpas ligt de beroemde Majoeba. De passen, die er slechts weinig beneden 2000 M. blijven, zijn in dit gedeelte wat beter begaanbaar; de voornaamste is de Van Reenen-pas, waarover de spoorweg Ladysmith —Harrismith gaat. Door de Volksrustpas gaat de spoorweg Ladysmith —Johannesburg.

De Zuidelijke helft van het D.-geb. scheidt het Oranje-rivier-systeem van de rivieren, die naar den Indischen Oceaan stroomen, waarvan de Tugela de voornaamste is. De Noordelijke helft vormt niet meer de waterscheiding. De Delagoaspoorweg (Pretoria-Lourem; o-Marquez) volgt het dal van de Krokodil-rivier en passeert het Lebombo-gebergte in de Komatipoort. Tengevolge van den meerderen neerslag is de plantengroei aan den O.kant van het D. gebergte veel rijker dan aan den W.-kant. Vooral in Natal en Zoeloeland worden de berghellingen door prachtige wouden bedekt. Noordelijker wordt de vegetatie armer en ook de bergvormen eentoniger.

< >