Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Draadwormen

betekenis & definitie

Draadwormen - of haarwormen (Nematoda), een klasse der ongewervelde dieren. De vorm is min of meer draadvormig, op doorsnede rond; eene geleding ontbreekt. De mond ligt vooraan, de anus meestal aan de buikzijde, min of meer van het uiteinde verwijderd. De uitmonding der vrouwelijke geslachtsorganen ligt aan de buikzijde, meestal in de voorste helft van het lichaam; de mannelijke organen monden uit in den einddarm.

Bijna altijd verloopen langs iedere zijde een lichtgekleurde zijstreep en aan den rug en buik eveneens een streep, die echter minder duidelijk zijn dan de zijstrepen. De inwendige bouw is eenvoudig; in de lichaamsholte verloopt een recht darmkanaal. Het zenuw- en nierstelsel verloopt in den lichaamswand. Een bloedvaatstelsel ontbreekt. De geslachtsorganen liggen eveneens in de lichaamsholte; meestal planten de dieren zich door eieren voort, maar sommige zijn levendbarend.

Grootendeels zijn de d. vrijlevende dieren, in zee- of zoetwater, in vochtigen grond. Maar vele leven als parasieten in de meest verschillende organen van planten en dieren en kunnen hoogst ernstige ziekten veroorzaken, De meest bekende zijn het azijnaaltje, het bietenaaltje, het tarweaaltje, de spoelworm, de aarsmade, Eustrongylus, de mijnworm, de zweepworm, de trichine, Filaria, Strongyloides. Het is in vele gevallen uiterst moeilijk de verschillende vormen van elkander te onderscheiden; dit geschiedt vooreerst naar den lichaamsvorm, die min of meer draadvormig kan zijn; verder naar aantal en plaatsing van opgezwollen lippen rondom den mond, die dikwijls aan den binnenkant tandjes en op den voorkant papillen dragen. De mannetjes bezitten meestal 1 of 2 kleine chitine-staafjes (spicula), die uit den einddarm te voorschijn komen en een rol spelen bij de bevruchting. De mannetjes zijn meestal kleiner en dunner dan de wijfjes; hun achtereinde is dikwijls sterker gekromd,

< >