Douglas-spar - Pseudotsuga Douglasi Carr. De D. is afkomstig uit het Westen van N.Amerika. In 1795 door Menzies ontdekt, werd de boom in 1827 door Douglas ingevoerd in Europa. In Amerika bereikt de boom op gunstige standplaatsen een hoogte van 60 tot 100 Meter, bij een stamdikte op borsthoogte van 21/, tot 4 Meter.
De D. levert hout van uitstekende kwaliteit en is een der exotische naaldboomen, die hier onder bepaalde omstandigheden goed op zijn plaats blijkt te zijn. Niet alleen is de D. een fraaie parkboom, ook voor den boschbouw heeft hij waarde. Vochthoudende, humusrijke, vooral niet verzuurde, goed voorbereide zandgrond, of leemhoudend zand en een beschutte standplaats zijn vereischten voor een flinke ontwikkeling. De groei kan dan wel 2 of 3 maal zoo krachtig zijn als bij onzen meest voorkomenden, doch minder eischen stellenden woudboom, den grove-den. Bij boschaanleg wordt de D. meestal als ongev. 3-jarige, verspeende plant op onderlinge afstanden van l1/2 a 2 Meter uitgeplant. De variëteit met helder groene, lange naalden is door haar krachtiger groei veel beter geschikt voor het bosch dan de langzamer groeiende blauwgroene (Ps. D. glauca). De D. is in de jeugd niet geheel winterhard.