Doodschulden - Schulden ter zake van iemands overlijden. Krachtens art. 1195, 3o. B.W. zijn de begrafeniskosten op de geheele nalatenschap bevoorrecht, behoudens de bevoegdheid des rechters, ze in geval van bovenmatigheid te verminderen. — Indien de overledene in gemeenschap van goederen gehuwd was, komen de doodschulden, na het overlijden vallende, ten laste van diens erfgenamen (art. 178 B.W.). De begrafeniskosten van een minderjarige, van wiens vermogen zijn vader of moeder het wettelijk vruchtgenot genoot, moeten door deze(n) worden gedragen (art. 367 B.W.).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk