Domenichino - (eig. Domenico Zampieri), Bologneesch-Romeinsch schilder (geb. 1581 te Bologna, gest. 1641 te Napels), met Guido Reni de bekwaamste directe navolger van de Carracci’s. Eerst leerling van Denys Calvaert dan van Ludovico Carracci komt D. in 1602 te Rome, waar hem door Annibale Carracci een deel der versiering van het Palazzo Farnese opgedragen wordt. Ofschoon reeds hier D.’s eigen karakter te voorschijn begint te treden en zijn landschappen in een villa te Frascati (nu in de verzameling Lanckoronski te Weenen) voor het eerst de later door Poussin volmaakte samensmelting van mensch en natuur vertoonen, treedt D. pas op den voorgrond door zijn „Martelaarschap van den h. Andreas” in de kerk S. Gregorio Magno te Rome en de fresco-serie van het leven van den h. Nilus te Grottaferrata bij Rome (1608 — 1610).
Van 1614 dagteekent C.’s godsdienstig hoofdwerk, de Communie van den h. Hieronymus (Vatikaansch museum). Het beste, wat D. schiep, zijn de fresco’s in Sant’ Andrea della Valle te Rome, misschien de meest uitmuntende religieuze schepping der Romeinsche barok, waarin de rhythmische lijn van Rafael, het geweldige bewegen van Michelangelo en de durf van Correggio samenvloeien. Merkwaardigerwijze vond het werk van D. weinig weerklank in zijn eigen tijd, die meer dweepte met overmatig rijken ornamentstijl als dien van Pietro da Cortona. De modernen voelen zich wel teleurgesteld door de eentonigheid van D.’s vrouwenfiguren, maar genieten zijn kleine landschappen en enkele mythologische voorstellingen (b. v. de Jacht van Diana in de Galleria Borghese te Rome) nog volkomen. — Litteratuur: Thieme-Becker’s Allgem. Künstlerlexikon IX 399—403.